Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

techniek

betekenis & definitie

(tech'ni:k) v. (-en) [Fr. < Gr. technikè, vaardigheid]

I. Eig. bedrevenheid, kunstvaardigheid : de van een vioolspeler, die dilettant heelt geen -.

II. Metn. [uiting van I]

1. gezamenlijke bewerkingen nodig voor het vervaardigen van iets : de van het schilderen, van het weven.
2. Uitbr. geheel der verrichtingen om iets tot stand te brengen : de van de belastingsdienst, van het verkiezingswerk.

< >