('technis) bn. en bw.
1. van, eigen aan, volgens, betreffende de techniek : -e aanwiozingen.
2. werktuiglijk : een -e behandeling.
3. materieel : -e bezwaren.
4. nauwkeurig volgens de regelen der kunst : lezen.
5. van, eigen aan een beroep, vak, bedrijf : -e kennis; -e termen.
6. voor onderwijs in de techniek : een -e (hoge)school.