Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

taak

betekenis & definitie

(ta:k) v. (taken; -je) [Fr. < Mlat. taxa, taks] opgegeven werk, te vervullen plicht: een (op)krijgen, vervullen, volbrengen; iemand (een) opleggen, geven; iemand met een belasten; het is iemands dit of dat te doen; iets tot hebben; zich iets tot -stellen; zich van een kwijten; een is voor iemand weggelegd; voor een berekend zijn; een aanvaarden, op zich nemen; een (af)doen, vervullen, volbrengen; een gewichtige, grote, lichte, moeilijke, veelomvattende -; op werken, arbeid verrichten, waarbij men per hoeveelheid afgedaan werk betaald wordt; zijn is afgeweven, zijn leven is ten einde.

< >