('rustən) (rustte, heeft gerust)
1. rust houden na arbeid, uitrusten, verpozen : hij heeft zes uren gewerkt zonder te ; even na de mars ; onder de wandeling; van zijn arbeid -; de aarde rust in de winter; zij had niet gerust vóór zij zeker was te kunnen gaan.
2. slapen of in de houding van een slapende rust houden : hij had die nacht weinig gerust; iemand wel te wensen; hij slaapt niet, hij rust maar wat.
3.begraven liggen : in het graf, onder de aarde hier rust N.; hij rust in vrede; rust zacht in de dood. → dode.
4. zijn gelukzaligheid vinden, hebben : in God.
5. vrij zijn van arbeid, werkzaamheden : na het nederleggen van zijn ambt; de heer G. -d inspekteur-generaal; een -d hoogleraar; een -d arts. Tgst. praktizerend: de -de landstorm, op non-aktiviteit gesteld.
6. innerlijke vrede hebben : rust, mijn ziel; niet kunnen, vóór men een antwoord geschreven heeft.
7. in bewegingloze toestand zijn : de naald, het penseel, het zwaard laten -.
8. in de toestand laten waarin het zich bevindt : laat die kwestie nu wat -.
9.braak liggen : het land laten -.
10. op een bepaald punt blijven, niet voortgaan : het onderzoek rust nu; die plannen moeten (blijven) -.
11. behaaglijk liggen : in iemands armen -; op iemands hart ; op haar schoot rustte zijn krullend hoofdje.
12. liggen, staan, zich bevinden : het gras waarop de dauw in zilveren druppels rust; het standbeeld rust op een prachtig voetstuk; de geest Gods rust op hem; een zegen, vloek rust op iemand, iets; het bloed van die onnozelen rust nog op het land. → hand.
13. als een last drukken : hun dwingelandij rust op het lot van de onschuldigen; de belastingen zwaar op het land; een verantwoordelijkheid, een verdenking, een vermoeden rust op iemand. 14. steunen : de pijlers waar het dak op rust.
15. gegrondvest, gebaseerd zijn : dat recht rust op wankele gronden; de samenleving moet op rechtvaardigheid; waarop rust uw mening dat alles rust op waarneming en experiment.
16.gevestigd zijn : hij voelde haar zachte blik op zich -.
17.leunen : op zijn staf het geweer tegen de schouder laten -.