(rottən) (rotte, gerot)
I. (heeft) [→ rot II] samenscholen (met slechte bedoelingen).
II. (is) [→ rot III I 1]
1. rot worden, tot bederf overgaan : die vruchten zullen een mooi kopje, jammer dat het moet!
2. vergaan : de klederen haar van ’t lijf.
III. (heeft) [→ rot III I 1]
1. roten : vlas -.
2, in water weken om de vezels geschikter tot verdeling te maken : lompen voor de papierfabrikage.