Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

Rotterdam

betekenis & definitie

(rottər'dam) [dam aan de Rotte] stad in Zuidholland 15.797 ha. Eerste zeehaven van Nederland : naar zijn, ook Fig. [→ rot III + dam] dood zijn.

1. Bevolking. 617.000 inw. Spotn. : kielschieters. rotjeknor.
2. Nijverheid. Voedings- en genotmiddelenbedrijven, scheepsbouw, kledingindustrie, metaalnijverheid, bouwbedrijf, houten meubelindustrie, boekindustrie, chemische industrie, textielnijverheid, papiernijverheid, leder- en schoenindustrie, aardewerk- en glasfabrikage, kunstnijverheid.
3, Bezienswaardigheden. Weinig monumentale gebouwen : St.-Laurenskerk (omstr. 1450), Delftse Poort (1766), verder Museum Boymans, Museum van Oudheden. Museum van Land- en Volkenkunde, Maritiem Museum, Witte Huis. Monument voor Caland (ontwerper van de tegenwoordige waterweg). Maas-bruggen, nieuw Stadhuis.
4. Beroemde mannen. ERASMUS, DE HOOCH, C. TROMP, VAN HOGENDORP, FRUIN, VAN ’T HOF.
5. Geschiedenis, Rotterdam, voor het eerst op het einde van de XIIIde eeuw genoemd, werd 1340 tot stad verheven en overvleugelde weldra haar mededingster Schiedam. In 1572 werd het door de Spanjaarden geplunderd en hetzelfde jaar nog door de watergeuzen in bezit genomen. Vooral na de oprichting van de Nederlandse Oostindische en Westindische Kompagnieën in de XVIIde eeuw, kreeg de handel er grote betekenis. Doch zijn bloei dagtekent van na 1870, toen de Nieuwe Waterweg (CALAND) werd geopend naar Hoek van Holland, dat sedert 1914 bij de stad is ingelijfd. In het begin van de Tweede Wereldoorlog 1940 werd het door de Duitsers geweldig gebombardeerd. De stad werd 1941 vergroot met de vroeger zelfstandige gemeente Hillegersberg en gedeelten van IJselmonde, Ketel en Spaland, Overschie en Schiebroek. Datzelfde jaar werd de Maas-tunnel geopend. Rotterdam heeft als vlieghaven Waalhaven.

< >