('plechtəcheit) v. (...heden)
I. Eig. het plechtig zijn: met grote, schitterende -.
II. Metn.
1. plechtige daad: de jaarlijkse van de prijsuitdeling.
2. plechtige bijeenkomst, godsdienstoefening enz.: die heeft morgen plaats; de ...heden van de Goede Week.