Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

overval

betekenis & definitie

('o:ver) m. (-len; -letje)

1.[overvallen I] sluitijzer met een scharnier aan een deksel enz. bevestigd en voorzien van een opening die over een kram valt, waardoor dan een hangslot gestoken kan worden : zwartgelakte -len.
2. [overvallen II 1] plotselinge, onvoorziene aanval : een vijandelijke -.
3. [overvallen II 2] plotselinge ongesteldheid, beroerte : overval (i) een krijgen; aan -len lijden.

< >