Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

oosten

betekenis & definitie

('o:stən) o.

I. Eig. punt of hemelstreek waar de zon schijnbaar opgaat : het hebben we aan de rechterhand, wanneer wij naar het noorden kijken ; in het werd het een beetje licht; noord, zuid ten; Het daghet in den titel van een bekend lied en stuk van Bredero, vaak als aanduiding van herleving op enig gebied.

II. Mefn.1. gedeelte van de wereld dat ten opzichte van een bepaald punt, inz. Europa, in het oosten ligt : Duitsland is voor ons het Turkije en Egypte zijn voor ons het Nabije-oosten, Irak en Iran het Midden-oosten. China en Japan het Verre-oosten ; de pracht van het is spreekwoordelijk geworden; de Wijzen kwamen uit het om het kindje Jezus te aanbidden. Syn. Levant.

2. oostelijk gedeelte: in het van Nederland.

< >