Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Knickerbocker

betekenis & definitie

('nikkəbokkə) m. (-s) [schuilnaam van Irving waaronder hij zijn History of New York schreef

I. Eig.
1. afstammeling der vroegere Hollandse bewoners van New York, toen Nieuw-Amsterdam.
2. Uitbr. bijnaam van een Newyorker.

II. knickerbocker Metn. wijde, van onderen nauwsluitende kniebroek.

< >