v. (-en; -je)
1. Eig. het klutsen: de van eieren; de kwijt zijn, verloren hebben [de slag kwijt], in de war, niet meer weten wat te doen of te denken.
2. Metn. (geklutste) hoeveelheid ; een melk.
3. Metf. [msch. van 2] iets van geringe betekenis of waarde : ik geef niets voor die gehele -.