('klik) (...spanen; -tje) [< klikken]
A. v. [1]
1. Algm. spaan, hout dat een kleppend geluid maakt.
2. Inz. hout in een molen dat al kleppend doet horen dat het koren tussen de stenen vermalen is.
B. 1. m. en v. [2] Algm. (ver)klikker, (ver)klikster.
2. Klikspaan Inz. pseudoniem voor Kneppelhout.
klikster ('’klikstər) v. (-s) verklikster.