Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kleinood

betekenis & definitie

('klein) o. (kleinoden, kleinodiën; -je) [Mlat. clenodium < Germ. klein, fijn, sierlijk]

1. Eig. klein kostbaar voorwerp : een diamant, een parel is een -. Syn. juweel.
2. Metf. wat veel waard is : de taal, dat van een volk; een goede naam is een kostbaar -.

< >