('klanʞ) m. (-s) houten vlak van een muziekinstrument waarop de snaren gespannen zijn en dat ter versterking van de klank dient : bij een viool is de het bovenvlak, bij een piano de achterkant. Syn. resonansbodem, zangbodem. Niet-Germaanse Indo-europese talen 1ste klankverschuiving 2de klankverschuiving Germaanse talen
b.v. Grieks Latijn
b kannabis cannabis d damao domare g ego ego b.v. Gotisch Nederlands p hanpr hennep t tamjan temmen k ik ik Hoogduits f Hanf z zähmen ch ich