('ke:gəl) o.
I. (-en) Eig.
1. spel dat bestaat in het omverwerpen van kegels door middel van houten ballen : het wordt in veel herbergen gespeeld; het Duits, Zwitsers -. → hond.
2. partij kegelspel.
II. (-len) Metn. stel kegels en ballen om te kegelen : een doos met een -.