Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Kees

betekenis & definitie

(ke:s)

I. m. (Kezen; -je)
1. a. Algm. voornaam, → Cornelius.
b. Inz. [Cornelis de Gijselaar van Dordrecht] schimpnaam van de patriotten op het einde der XVIIIde eeuw.
2. kees Uitbr. aanduiding van een manspersoon : weg was -; een drafje, hardloper, hardrijder van luie -, het tegendeel van een drafje, van een hardloper, van een hardrijder; klaar is -, zie zo, dat is af, in orde.

II. kees (kezen) m. → keeshond.

< >