o. (-s; -netje) [Fr. carton < Lat, carta, papier]
I. Eig.
1. licht bordpapier: een blad -; gegolfd -.
2. Bepk. afgesneden stuk daarvan: een foto op een plakken.
II. Metn.
1. lichte (boek-) band van karton: een boek in gebonden.
2. doos van karton: sigaretten in -s verpakken.
3. op karton getekend ontwerp waarnaar (een gedeelte van) een wandschildering, een tegeltableau enz. zal uitgevoerd worden: een voor een geweven stof.
4. schets: -s voor de geschiedenis.
III. Metf. bijkaartje in een hoek van een grotere landkaart.