Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Karloman

betekenis & definitie

1. hofmeier van Austrasië, 741-747, zoon van Karel Martel (➝ Karolingers), werd benediktijner monnik te Monte Cassino.

2. Frankisch koning 768-771, uit het geslacht der ➝ Karolingers, zoon van Pepijn de Korte en broeder van Karel de Grote, verkreeg, bij de dood van zijn vader, Austrasië, Boergondië en Provence.
3. koning van Frankrijk 879-884, uit het geslacht der ➝ Karolingers, zoon van Lodewijk II de Stamelaar en broeder van Lodewijk III, met wie hij 879-882 regeerde.

< >