(kamə'ra:t) m. en v. (...raden, –s; –je) [Fr. < Sp. camarada < Lat. camera, kamer]
1. medesoldaat, krijgsgezel : ...raden, wapenbroeders?
2. Uitbr. metgezel(lin), vriend(in), makker : wacht u voor slechte ...raden; de –jes van Adriaan. Syn. →: genoot.