('ja:nus)
1. Eig. Ouditalische god van het begin en het einde (vgl. januari) en daarom met twee aangezichten voorgesteld. Zijn Vredestempel, slechts een doorgang, was in oorlogstijd open, in vredestijd gesloten. Van Romulus tot Augustus werd hij maar driemaal gesloten.
2. janus m (-sen) Metf. onoprecht man.