('i:ran)
I. o. [land der Ariërs] hoogland in Azië.
II. o. vóór 1934 Perzië, koninkrijk in Azië.
1. Aardrijkskundig.
1.645.000 km2, 13.000.000 inw., waaronder 2 à 3 miljoen nomaden, 7.500.000 sjiïtische en 850.000 soennitische mohammedanen.
2. Geschiedkundig.
Men kan drie rijken onderscheiden.
a. Het Oud-Perzische Rijk 550-330 v.K. werd gesticht door Kuros I, uit het geslacht van de Achaimeniden, die Lydië en Babylonië veroverde, en Perzië tot een grote mogendheid verhief. Onder Kambuses (529-521) kwam nog Egypte daarbij. Dareios I (521-485) breidde het rijk tot de Indus uit, doch zijn pogingen tegen Griekenland, evenals die van Xerxes I (45-465) mislukten. Hiermee begon het verval van het rijk. dat onder Dareios III (336-330) door Alexander de Grote werd veroverd. Op hem volgde de heerschappij van de Seleukiden (312-256), en die der Arsakiden (256 v. 226 n.K.), die het land tegen het Oostromeinse Rijk verdedigden.
b. Het Middenperzische Rijk of dat der Sassaniden (226-651). De grootste onder hen, Khosroë I (531-579), breidde zijn macht tot aan de Indus uit en versloeg herhaaldelijk de Oostromeinse legers. In 651 werd het rijk door de Arabieren veroverd, 1258 kwam het aan de Mongolen.
c. Ismaël Saffi stichtte 1502 het Nieuwperzische Rijk, waarvan de geschiedenis een aaneenschakeling is van binnenlandse twisten en opstanden. Onder Nadir (1736-1747) breidde zich de Perzische heerschappij tot aan de Ganges uit, 1747 scheidde zich echter Afghanistan af. In 1794 maakte het nu nog heersende koningsgeslacht van de Kadzjaren zich van het gezag meester. Op het einde van de XVIIIde en in het begin van de XIXde eeuw gingen Georgië, Kaukasië en Armenië aan Rusland verloren. Sedert 1906 is Perzië min of meer een konstitutionele monarchie. De sjah heeft gezag over de gezeten bevolking, niet over de nomaden. Terwijl Rusland van uit het noorden immer verder drong, trachtte Engeland in het zuiden en het oosten vaste voet te krijgen totdat 1907 tussen beide landen een vergelijk werd gesloten waarbij Perzië in een noordelijke Russische en een zuidoostelijke Engelse invloedssfeer, en een onafhankelijke middenstrook werd verdeeld. In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd Perzië door Russen, Engelsen en Turken bezet. Na de Russische revolutie kwam het land geheel onder Britse beschermheerschappij, waaraan het zich 1920-1921 weer onttrok, ofschoon Engeland in het petroleumrijke zuiden de overhand behield. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) werd in 1941 door de Engelsen en de Russen druk uitgeoefend op de regering om Britse en Russische troepen door te laten. De regering ging daarop in en toen werd Iran, zoals vroeger, praktisch weer in twee invloedssferen verdeeld : een Russische in het noorden en een Britse in het zuiden. Datzelfde jaar trad de sjah Riza Pahlevi (° 1878) af en werd opgevolgd door zijn oudste zoon Mohammed Riza Sjapoer. In de laatste tijd trachten vooral de Amerikanen de Russische invloed uit het land te weren.