Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

inlopen

betekenis & definitie

('in) (liep in, heeft en is ingelopen)

1. er in lopen : een zijstraat -.
2. naar binnen lopen : de tuin -.
3. even binnengaan om een praatje te houden : bij iemand -. → uitlopen.
4. [in een val lopen] het slachtoffer worden : er met iets -; iemand er laten -.
5. Sport, bij het lopen inhalen : een voorgift -; iemand -.
6. door er met geweld tegen te lopen, doen bezwijken : een deur -. → deur.
7. door erin te lopen, beproeven : nieuwe schoenen -.

< >