Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

injector

betekenis & definitie

(‘jektor) m. (-s, -en) (spr. 'to:rən) [Lat.]

1. toestel om in te spuiten.
2. toestel tot automatische voeding van een stoomketel.

Enc. In een injector komt de afgewerkte stoom door onmiddellijke vermenging met water tot kondensatie. Dit mengsel van gekondenseerde stoom en water dient dan dadelijk voor het voeden van de stoomketel.

< >