('histəron ’protəron) o. (—s) [Gr. het laatste het eerst] stijlfiguur waarbij het verloop van gebeurtenissen in omgekeerde volgorde wordt verhaald.
I
I. (i:) v. (-’s ;-tje)
1. Eig. negende letter van het abc: op een hoofdletter I wordt geen punt geplaatst. → punt.
2. Metn. gezamenlijke woorden van een adres- of woordenboek enz. met i beginnend.
3. Metf. Romeins cijfer 1.
Uitspraak,
1. De korte doffe i in Nederlandse woorden is een klank die ligt tussen e en ie : dit, liggen.
2. De heldere ie in Nederlandse woorden of i in vreemde woorden is over het algemeen eerder lang (vriend, ivoor) en geheel lang vóór r in Nederlandse woorden (bier).
II. afkorting van : Imperator (in Romeinse opschriften).