Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

hyena

betekenis & definitie

(hi'e:na) v. (-’s)

I. Eig. naam van twee roofdieren nl.
1. de gestreepte grijs, bruin gestreept roofdier in Noord-Afrika en West-Azië, dat zich met lijken voedt en deze zelfs opgraaft (Hyaena striata).
2. de gevlekte -, grotere soort met vlekken, die beneden de Sahara voorkomt en zelfs kinderen rooft (Hyaena crocuta).

II. Metf. hij die gesneuvelden of zwaargewonden berooft : de -’s der slagvelden.

< >