(herstelde, hersteld)
I. (heeft)
1. weder in de vorige toestand terugbrengen: iets in de vroegere staat -; iemand in zijn eer -; de betrekkingen -; herstelt (de gelederen), mars, militair kommando.
2. repareren: een jas, een dak -.
3. goedmaken, doen vergeten: een fout -.
II. (heeft) zich -
1. het bestuur over zichzelf hernemen: zich van een schrik -.
2. vanzelf terugkeren: de rust herstelt zich. -
III. (is) genezen: uit een ziekte -; -de zijn.
Syn. ➝ bekomen.