('hev) m. (...bomen) I. Eig. boom, staak, stang om een vast punt draaiende, en dienende om lasten te heffen: de dient om zware lasten met geringe kracht in beweging te brengen. II.
Metf.1. volgens de beginselen van een hefboom werkende stang : de van een → baskuul; een → brandspuit.
2. als een hefboom werkend onderdeel van een werktuig : de aan de klemrol van een → schrijfmachine.
3. werkende kracht : de studie der moedertaal is de eerste der nationaliteit.