Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

gillen

betekenis & definitie

I. (gilde, heeft gegild)

1. een gil geven: het van een varken; een -d kind; het is om (van) te -, het is zo gek dat men zou gillen van het lachen.

Syn. ➝ gieren.

2. gillend (uit)roepen: neent neen, gilde zij.
3. schel, hard klinken: een -de lach.

II. (gilde, heeft gegild) [msch. ~ gieren] Scheepst. schuin afsnijden nl.

1. zeildoek in schuinse richting afsnijden.
2. een plank of balk in schuinse richting afzagen.

< >