(ga:s) o. (gazen) [wsch. stad Gaza in Palestina, waarvan de stof afkomstig was]
I. Eig. dun en doorschijnend weefsel: zijden -.
II. Metn. voorwerp van gaas: waartoe dient dat achter de troon?
III. Metf.
1. vlechtwerk van metaaldraad: om een kippenhok spannen.
2. luchtige, doorschijnende bedekking, sluier: der sterren goud wordt met een van dampen overdekt.