Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

g, G

betekenis & definitie

(ge) v. (-s; -tje)

I. Eig. zevende letter van het abc: wat maak je rare g's?

II. Metn. gezamenlijke woorden van een adres-, woordenboek enz. met g beginnend: de g is klaar.

III. Metf. Muz.

1. [7de noot in de M. E.] vijfde noot der toonladder van C. Syn. sol.
2. benaming der toonsoort, waarvan g de grondtoon uitmaakt: een sonate in g.
3. laagste snaar van een viool.

Uitspraak.

1. De Nederlandse g wordt in de keel uitgesproken.
2. Aan het einde van een woord en voor een medeklinker, behalve b of d, wordt g als ch gehoord: laag (la:ch), dagje ('dachjә), ligt (licht); maar dagboek ('dagboek), wegdoen ('wegdoen)
3. Ook twee op elkaar volgende g’s spreekt men ch uit: daggeld, weggeven, behalve wanneer de tweede g maar een spelteken is: doggen, liggen.
4. In sommige vreemde woorden wordt g als zj uitgesproken: genie, personage.