Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

filippine

betekenis & definitie

(filip'pinə) v. (-s) [Dui. vielliebchen. allerliefste]

I. Eig. amandel met twee pitten, waarvan twee personen er elk een opeten, onder het maken van een of andere afspraak [oorspronkelijk : met „dag filippien” begroeten] met de voorwaarde, dat degene, die het eerst in gebreke blijft, de ander een geschenk zal geven.

II. Metn.

1. die afspraak : een aangaan.
2. persoon met wie men zulk een afspraak heeft: zijn verliezen.

III. Filippine gemeente in Zeeland 1236 inw. Landbouw, visserij.

< >