Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

fabel

betekenis & definitie

(’fa:bəl) v. (-en, -s; -tje) [Fr. < Lat. fabula < fari, spreken]

1. verzonnen verhaal, waarin vooral dieren als mensen handelen en spreken, om een zedelijke waarheid aanschouwelijk voor te stellen : aan het einde van de komt de zedeles. Syn. legende, myte, overlevering, sage, sprookje, verdichtsel, verhaal, vertelling, vertelsel.
2. Algm. verzonnen verhaal, verdichtsel, verzinsel : dat zijn -s.