(doe'blet) o. (-ten) [Fr.] iets dubbels nl.
1. dubbel eksemplaar; een van munten, boekwerken.
2. worp met twee dobbelstenen, waarbij, met beide, evenveel ogen worden gegooid : een werpen.
3. schot waarmede men twee stuks wild op eenmaal treft.
4. edelsteen bestaande uit een echt bovenste gedeelte en een daaraan gekitte onderste gedeelte dat echt is of niet.
5. Taalk. tweede vorm van een zelfde woord : douw en duw zijn -ten.