m. (-s) [Lat. domus, huis]
I. Eig.
1. bisschoppelijke hoofdkerk, katedraal : de te Keulen, te Utrecht.
2. Bepk. koepel : de der Aya Sofia.
II. Metf. [van I 2]
1. Algm. koepelvormig deel van een toestel of werktuig.
2. Inz. koepelvormige stoomhouder van een machine : de van een → lokomotief; stoomdom.