Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

lokomotief

betekenis & definitie

(lokomo'tif) v. (...tieven) [Lat. movere, bewegen] stoommachine die een trein, tram voorttrekt. Enc. De lokomotief is een ➝ stoommachine die aldus werkt.

Het water in de (stoom)ketel wordt verhit door de vlammen die uit de vuurhaard langs de vlamoven naar de rookkast gaan. De aldus verkregen stoom komt van de dom langs de stoomtoevoerpijp naar de cilinder. Hier wordt de stoom beurtelings achter en vóór de zuiger toegelaten, waardoor deze heen en weer gaat. De beweging van de zuiger wordt door de zuigerstang en de drijfstang op de kruk overgebracht die het drijf wiel doet draaien. De verbruikte stoom ontsnapt langs de stoomafvoerpijp en de schoorsteen die voorzien is van een vonkenvanger. Het peilglas geeft de waterhoogte aan, en de stoomfluit waarschuwt de machinist als de waterstand in de ketel te laag wordt.

Met behulp van de manometer kan men de spanning van de stoom nagaan en de ➝ veiligheidsklep waarschuwt wanneer de spanning te groot wordt en er gevaar dreigt dat de ketel zal springen. De lokomotief heeft ook een zandbak waaruit men langs de zandpijp zand vóór het drijfwiel kan laten vallen om, wanneer de rails glad zijn. doorslaan te voorkomen.

< >