Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

DIERENRIJK (kader)

betekenis & definitie

1. Iste HOOFDSTAM : GEWERVELDE DIEREN

2. 1ste Klasse : Zoogdieren

Orden

3. Apen : baviaan, bosduivel, brulaap, chimpansee, gibbon, gorilla, kapucijnaap, leeuwaapje, mandril, meerkat, neusaap, orang-oetan, resusaap, saki, slingeraap, zijdeaapje.
4. Halfapen : lori, maki, ooraap, spookdier.
5.Roofdieren : aardwolf, aasbeer. angorakat, beer (bruine), boommarter, boskat, bunzing, civetkat. das, dingo, fret, genetkat, hermelijn, holebeer, hond, hyena, jaguar, ichneumon, ijsbeer, jakhals, kat. leeuw, lippenbeer, los, marter, otter, panter, poema, poolvos, sabeldier, steenmarter, steppehond, tijger, tijgerkat, veelvraat, vos, wasbeer, wezel, wolf, zeeotter.
6. Vinvoetigen : walrus, zeebeer, zeehond, zeeleeuw, zeeolifant.
7. Walvissen : bruinvis, doegong, dolfijn, narwal, potvis, vinvis, walvis, zeekoe, zwaardwalvis.
8. Knaagdieren : agoeti, bever, bisamrat, bosmuis, chinchilla, civetrat. eekhoorn, Guineesbiggetje, haas, hamster, hazelmuis, konijn, lemming, marmot, muis, muskusrat, rat, sneeuwhaas, stekelvarken, tuinslaper, veldmuis, waterrat, zakmuis, zeevarken.
9. Vleermuizen : grootoor, hoefijzerneus, spekvleermuis, vleermuis, vliegende hond.
10. Insekteneters : bisamspitsmuis, egel,mol, spitsmuis
11. Snuitdieren: dinoterium, mammoet, mastodont, olifant.
12. Hoefdieren : alpaca, angorageit, baardzwijn, banteng, bezoargeit, bizon, buffel, bultrund, damhert, dromedaris, eland, ezel, gazel, geit, gems, giraf, gnoe, guanako, hert, hertzwijn, jak, kafferbuffel, kameel, karbouw, klipdas, koe, koedoe, kwagga, lama, moeflon, muntjak, muskusdier, neushoorn, nijlpaard, oeros, okapi, onager, os, paard, paleoterium, ree, rendier, reuzenhert, rund, schaap, springbok, steenbok, tapir, varken, wapitihert, wild zwijn, wisent, zebra,
13. Tandarme dieren : gordeldier, luiaard, megaterium, miereneter, schubdier.
14. Buideldieren : aardvarken, buidelmarter, buidelwolf, eneasrat, kangoeroe, koala, opossum.
15. Snaveldieren : mierenegel, vogelbekdier.
16. 2de Klasse : Vogels
17. Roofvogels : aasgier, aaskraai, arend, arendbuizerd, boomvalk, bosuil, buizerd, edelvalk, gier, gierzeearend, havik, kerkuil, kiekendief, kondor, koningsarend, lammergier, monniksgier, oehoe, ransuil, sekretarisvogel, sperwer, steenuil, steenvalk, torenvalk, uil, valk, velduil, visarend, wespendief, wouw.
18. Klimvogels : aardparkiet, ara, bijeneter, boomklever, hapvogel, hop, ijsvogel, inseparabilis, jako, kaketoe, koekoek, lori, mierenjager, papegaai, parkiet, pepervreter, specht.
19. Zangvogels : aasraaf, agami, akkerleeuwerik, appelvink, baardmannetje, barmsijsje, basterdnachtegaal, beflijster, blauwborstje, boerenzwaluw, boomkruiper, boompieper, braamsluiper, distelvink, ekster, fitis, geelgors, goudhaantje, goudvink, groenvink, honigzuiger, huismus, huiszwaluw, kanarie, kardinaal, karekiet, kauw, keep, klapekster, klauwier, kneu, koolmees, koperwiek, kraai, kramsvogel, kruisbek, kwikstaart, liervogel, lijster, meerkol, mees, merel, nachtegaal, neushoornvogel, notekraker, oeverzwaluw, ortolaan, paradijsvogel, pestvogel, pimpel, raaf, rietgors, rijstvogel, ringmus, roek, roodborstje, roodborsttapuit, roodstaart, rotsmus, sijsje, sneeuwgors, spotvogel, spreeuw, staartmees, tapuit, tjiftjaf, tuinfluiter, vink, vliegenvanger, weversvogel, wielewaal, winterkoninkje, zwaluw, zwartkop, zwartkopmees.
20. Schreeuwvogels : adelaarssnavel, gierzwaluw, klipzwaluw, kolibrie, nachtzwaluw.
21. Waadvogels : goudpluvier, griel, grutto, harpoenreiger, houtsnip, ibis, kanoetstrandloper, kanoetvogel, kemphaan, kievit, kluit, kraanvogel, kroonkraan, kwak, lepelaar, maraboe, meerkoet, nachtreiger, ombervogel, ooievaar, poelsnip, purperreiger, reiger, roerdomp, scholekster, snip, strandpluvier, tureluur, wachtelkoning, waterhoentje, waterral. watersnip, wulp, zilverpluvier.
22. Zwemvogels : aalscholver, albatros, alk, bergeend, burgemeester, dodaars, eend, eidereend, flamingo, fregatvogel, fuut, gans, jan-van-gent, kapmeeuw, kolgans, kuifeend, meeuw, papegaaiduiker, pelikaan, pingoeïn, rietgans, stormvogel (Noordse), rotgans, slobeend, sneeuwgans, stormmeeuw, trapgans, visdief, wintertaling, zaagbek, zeeëend, zeekoet, zeezwaluw, zilvermeeuw, zwaan.
23. Krabvogels : auerhaan, bankahoen, bosfazant, fazant, goudfazant, hazelhoen, hoen, kalkoen, korhoen, kwakkel, parelhoen, patrijs, pauw, sneeuwhoen, steppehoen, zilverfazant.
24. Duiven : dodo, houtduif, kroonduif, kropper, lachduif, rotsduif, tortel.
25. Loopvogels : archeopterix, emoe, hesperornis, kasuaris, kiwi, nandoe, struis.
26. 3de Klasse : Kruipende dieren
27. Krokodillen : alligator, boeaja, gaviaal, ichtyosaurus, krokodil, plesiosaurus.
28. Schildpadden : karetschildpad, moerasschildpad, olifantsschildpad, schildpad, soepschildpad.
29. Slangen : adder, anakonda, brilslang, gladde slang, hoornslang, koningsslang, panterslang, ratelslang, ringslang, waterslang, zeeslang.
30. Hagedissen : agame, basilisk, brontosaurus, dinosaurus, gekko, gigantosaurus, hagedis, hazelworm, iguana, iguanodon, kameleon, leguaan, maashagedis, muurgekko, muurhagedis, reuzenhagedis, tokkee, varaan, vleugelvinger, vliegende draak.
31. 4de Klasse : Tweeslachtige dieren

alpenwatersalamander, axolotl, boomkikvors, kikvors, landkikvors, landsalamander, olm, pad, reuzensalamander, salamander, vuurpad, watersalamander.

32. 5de Klasse : Vissen
33. Beenvissen : aal, adderzeenaald, alver, ansjovis, baars, barbeel, bot. brasem, celakant, donderpad. egelvis, elft, fint, forel, geep, giebel, giftvis. goudforel, goudvis, griet, grondel, harder, haring, haringkoning, heilbot, hoogkijker, hors,houting, kabeljauw, karper, klimbaars, klompvis, knorhaan, koffervis, koolvis, kwabaal, labberdaan, leng, lintvis, loodsmannetje, makreel, meerval, meun, modderkruiper, moeraal, murene, paling, pelser, pieterman, pollak, pos, rietvoorn, sardine, schar, schelvis, schol, sidderaal, slangaal, smelt, sneep, snoek, snoekbaars, spiering, sprot, steenbolk, steenkarper, stekelbaars, tarbot, tong, tonijn, vliegende vis, voorn, wijting, witvis, zalm, zeeaal, zeebaars, zeeduivel, zeegrondel, zeelt, zeenaald, zeepaardje, zeeschorpioen, zeestekelbaars, zeewolf, zonnevis, zwaardvis.
34. Longvissen : barramoenda, salamandervis, slijkvis.
35. Glansschubbigen : huso, sterlet, steur.

bodem inz. naar delfstoffen : -en naar steenkool verrichten.

< >