(dә'vi:s) o. (...viezen; -je) [Fr. < Lat. divisus verdeeld] wat verdeelt, onderscheidt nl.
1. zinspreuk, leus onder een wapen of blazoen: „Eendracht maakt macht”: „Je maintiendrai” zijn ...viezen.
2. Hand.
a. wissel op een buitenlandse plaats.
b. deviezen Uitbr. geldswaarden die als betaalmiddel in het buitenland kunnen dienen.