Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

depot

betekenis & definitie

(de’po:) m. en o. (-s; depootje) [Fr. < Lat. depositum d. i.]

I. Eig. wat neergelegd, in handen gegeven is. nl.
1. bedrag bij een bank in bewaring gegeven : de -s der Nationale Bank.
2. voorraad van waren aan een derde ten verkoop in handen gegeven : in geven; een wordt geregeld aangevuld, terwijl, bij een kommissie. slechts aan een bepaalde partij waren gedacht wordt.

II. Metn. plaats waar men zaken of personen bij elkaar brengt nl.

1. plaats waar waren ten verkoop in voorraad zijn gegeven : een sigarenhandel met 25 -s.
2. plaats waar iets in voorraad gehouden wordt : een van levensmiddelen; van schietmateriaal.
3. Mil. plaats waar troepen, voor de dienst bestemd, verzameld, gekleed en geoefend worden.

< >