[Lat. defectus]
1. o. (-en) gebrek, tekort: een aan de machine.
2. bn. met defekt, beschadigd: een instrument; -e mensen.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
[Lat. defectus]
1. o. (-en) gebrek, tekort: een aan de machine.
2. bn. met defekt, beschadigd: een instrument; -e mensen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: