I. Eig,
1. [dek, bedekking]
a. vloer van een brug. Syn. rijvoering.
b. bovenlaken van een bed met de dekens.
2. [dek, scheepsvloer] bovenste der eigenlijke scheepsdekken. Syn. opperdek, overdek. Tgst. onderdek.
II. Metf. [van I 1] bovendrijvende partij.
Gepubliceerd op 29-06-2020
bovendek
betekenis & definitie