Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

bonzen

betekenis & definitie

(bonsde, gebonsd)

I. (heeft)
1. hevig, met dof geraas kloppen: op, tegen de deur -.

Syn. ➝ beuken.

2. met zware, luidklinkende slagen neerkomen: de mokers op het aambeeld.
3. smakkend neerstorten: het water bonst over de rotsen.
4. hevig kloppen: het fel -d hart. -

II. (is) smakkend neerkomen: van een hoge top -.

< >