Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

blijde

betekenis & definitie

I.

('blijdə) v. (-n) [Lat. blida] ballista. II. ('blijdə) bn. en bw. (-r, blijdst)

1. vrolijk, opgewekt : te moede; gezichten. →: buik.
2. gelukkig, zalig : die moeder !
3. tevreden : met een komplimentje.
4. blijk gevend van opgewektheid : met haast; met, om, over iets. →: mus.
5. waarin men zich gelukkig gevoelt: in verwachting; een dag.
6. levenslustig: de jeugd.
7. fris: een kleur. Tgst. →: bedroefd.