('billәk) bn. en bw. (-er, -st) [~ Iers bil. goed]
1. rechtmatig: zijn aandeel; -e verwachtingen.
2. redelijk: -e prijzen; in zijn eisen.
3. niet alleen het recht, maar ook verzachtende omstandigheden in acht nemend: tegen zijn vijand; handelen. Syn. rechtmatig, rechtvaardig. Tgst. ➝ onbillijk.