(bə'roeren) (beroerde, heeft beroerd)
A. [roeren, in beweging brengen]
I. Eig. in beweging brengen zodat de verschillende delen door elkander gaan : de zee. de lucht -.
II. Metf. 1. verontrusten, ontstellen : de geest, het gemoed -. 2. Veroud. in opschudding brengen : het volk -. -
B. [roeren, aanraken] Veroud. raken, treffen: door Gods hand beroerd.