(bə're:kəning) v. (-en)
I. [berekenen 1]
1. Eig. het berekenen : een fout in de-.
2. Metn. schriftelijke uitdrukking daarvan : de op je lei.
II. [berekenen 2]
1. Algm. het berekenen, nagaan van wat in een bepaald geval is te verwachten: rijn steunt op de voortvarendheid van de tegenstander.
2. Inz. berekening (1) waarbij men zijn handelingen laat afhangen van de kans op voordeel: handelen niet uit vriendschap, maar uit -.