(bə'lijdənis) v. (-sen)
A.
I. Eig.
1. Prot. plechtige geloofsverklaring: zijn — afleggen, doen.
2. Uitbr. openlijke verklaring : ik behoef hier geen — af te leggen.
II. Metn. kerkgenootschap : tot een — behoren.
B. Kat. het belijden in de biecht: de — der zonden vormt het tweede deel der biecht.