('belgisə) m. opstand 1830 der ontevreden Belgen tegen het Hollands bestuur.
1. Oorzaken. De gelijkstelling der godsdiensten, de veroordeling van Mgr. de Broglie, bisschop van Gent. de sluiting der geestelijke studiehuizen en de stichting van het Filozofisch Kollege te Leuven hadden herhaaldelijk het protest der bisschoppen uitgelokt, terwijl de liberalen misnoegd waren over de autokratische neigingen van koning Willem I, de beperking der drukpersvrijheid, de onttrekking van het financiële bestuur aan het toezicht der Kamers, de onevenredige vertegenwoordiging van beide delen van het rijk in de Tweede Kamer, de heffing van beschermende lasten voor de nijverheid en de oplegging van het Nederlands als officiële taal voor de Vlaamse streek. De regering werd met petities bestormd, maar de afschaffing van de ergste der gehate maatregelen kon de oppositie niet ontwapenen. Naast de aangehaalde oorzaken, is nog te vermelden, de werking van “agents provocateurs” uit Frankrijk, dat steeds heeft getracht België met zich te verenigen.
2. Gebeurtenissen. De Franse Juli-omwenteling had in België grote indruk gemaakt. De 25ste aug. gaf de opvoering van La Muette de Portici aanleiding tot het uitbreken van de opstand te Brussel, die drie dagen duurde. De huizen van VAN MAANEN en LIBRY BAGNANO werden geplunderd; de Hollandse troepen, onder VAN BIJLANDT, ontruimden de stad; een burgerwacht werd gevormd onder E. VAN DER LINDEN D’HOOGVORST, die de Brabantse kleuren aannam en de rust herstelde. In vele plaatsen werd het voorbeeld van Brussel nagevolgd. De 28ste aug. vergaderden een 50-tal aanzienlijke ingezetenen te Brussel en zonden een afvaardiging naar de Koning om herstel der grieven te verzoeken. Deze riep de Kamers tegen 13 september bijeen en zond zijn zonen de Prins van Oranje en Prins Frederik, met een leger naar het Zuiden. De Kamers te 's-Gravenhage verklaarden zich 29 september voor administratieve scheiding.
I. AARDRIJKSKUNDIG
1. Oppervlakte. 2 411 000 km2 (1/4 Europa, 80 x België). Lengte der zeekust: 35 km.
2. Bodemgesteldheid. Bekken met de volgende randen : noordelijk scheidingsgebergte Kongo-Nijl, 2000 m hoog ; oostelijk inzinkingsgebergte met als hoogste top de Ruwenzori, 5500 m; zuidoostelijk bergland van Katanga, 1500 m; zuidelijk scheidingsgebergte Kongo-Zambesi, 1500 m ; westelijk Kristalgebergte, 1000 m.
3. Klimaat. Gemiddelde temperatuur te Banana 26,7° C., te Eala 25,4°, te Elisabethstad 20,4. Regenval, jaarlijks 1868 mm te Eala, 800 te Banana, 1208 te Elisabethstad. Hoofdrichting der winden : zuidwest, west; zuidoostpassaat.
4. Delfstoffenrijk. Koper, uranium, tin, ijzer, steenkolen, lood in Katanga ; goud vooral te Motto en te Kilo, diamant in Kasai.
5. Plantenrijk. In het midden oerwoud, daar omheen : steppen en savannen. Plantages van palmen, katoen, koffie, cacao enz.
6. Dierenrijk. Aap, leeuw, luipaard, jakhals, giraf, okapi, antilopen, buffel, zebra, eland, nijlpaard, olifant, neushoorn, krokodil, slangen; prachtig gekleurde vlinders en papegaaien, muggen, tsee-tseevlieg, rode en witte mieren, termieten, duizendpoot enz.
7. Bevolking. 12 000 000 inw. 5 per km2. Over het algemeen Bantoenegers ; Soedannegers in het noorden ; Hamieten in Roeanda en Oeroendi; dwergvolken in het oerwoud; 33 812 blanken, waarvan 2/3 Belgen.
8. Middelen van bestaan. Jacht, visserij, landbouw (rijst, maïs. negerkoren, maniok, bataten, bonen).
9. Godsdiensten. Meest heidenen ; er zijn 3 000 000 katolieken, 4632 katolieke missionarissen, 1655 protestantse Engelse, Amerikaanse en Zweedse zendelingen.
10. Bestuur. Aan het hoofd der regering staat een goeverneur-generaal (JUNGERS, sinds 1947) : het land is verdeeld in 6 provinciën (Leopoldstad, Ekwator, Oosterprovincie, Kivoe, Katanga, Kasai) die weder in 17 distrikten en 117 gewesten onderverdeeld zijn.
II.GESCHIEDKUNDIG
1. Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. In 1485 ontdekte de Portugees Diego CAM de monding van de stroom die toen Zaïre werd geheten, doch later, naar de streek in Noordoost-Angola, Kongo werd genoemd. In dit Kongorijk werden missiën gesticht door de minderbroeders (1491), de jezuïeten (1548) en de kapucijnen (1645). Na de oprichting der Portugese kolonie Angola (1579) verviel het rijk, vooral wegens de slavenhandel door de Portugezen.
2. Nieuwste Tijd. Het Kongolese binnenland bleef onbekend tot in de xixde eeuw, toen de Engelse ontdekkingsreizigers LIVINGSTONE, CAMERƏN en STANLEY het voor de Europeanen openden. In 1874 vertrok Stanley van Zanz(bar, voer de Kongo af en bereikte 1877, na een reis van 999 dagen, de westkust. Ondertussen had LEOPOLD II (raadsman : BANNING) 1879 te Brussel een aardrijkskundige konferentie bijeengeroepen die de Internationale Afrikaanse Vereniging stichtte voor het ontsluiten van Midden-Afrika. In 1878 richtte Leopold het Studiekomitee van de Boven-Kongo op en gelastte Stanley de streek langs de Kongo te bezetten. HANSSENS, VAN GELE, COQUILHAT en anderen waren hem hierbij behulpzaam. Vijf jaar later werd het komitee veranderd in Internationale Vereniging van Kongo. Daar Frankrijk en Portugal rechten op het Kongo-bekken deden gelden, kwam een konferentie te Berlijn samen (1884—1885) die aan genoemde landen aanzienlijke koncessies deed en de Onafhankelijke Kongostaat erkende, doch hem slechts een smalle zeekust gaf. Leopold II werd soeverein van de nieuwe staat. Gedurende de 10 volgende jaren werden wetenschappelijke reizen ondernomen (o. a. door WISSMANN) en 1898 de eerste door THIJS gebouwde spoorweg (Matadi—Leopoldstad) geopend. De onderdrukking van de slavenhandel verwekte een opstand der Arabieren (1892—1894). Tegen hen trokken op : DHANIS, STORMS, PONTHIER, VAN KERKCHOVEN, DE BRUYNE, LIPPENS, J. JACQUES enz. Van 1894 tot 1895 moesten de mahdisten, die in het Oeële-gebied binnengedrəngen waren, teruggedreven worden. Ten gevolge van het 1891 ingevoerde „rubberstelsel” werden de inboorlingen gedwongen rubber en ivoor in grote hoeveelheden te leveren. De hierbij door de ambtenaren gepleegde gewelddadigheden verwekten vooral in Engeland grote verəntwaardiging. Leopold belastte een kommissie met een onderzoek. Zij bevond dat de meeste der aangeklaagde misbruiken bestonden en bepleitte de noodzakelijkheid van een algehele hervorming. Van 1895 tot 1897 werden opstanden van de inlandse troepen gedempt. Bij testament (1889) had Leopold het bezit van de Kongostaat aan België vermaakt. De besprekingen
over dit vraagstuk gingen in het parlement 1894 en 1901 met hevige debatten gepaard. Eindelijk werd Kongo in 1908 als Belgische kolonie overgenomen. In de Eerste Wereldoorlog (1914—1918) hielp het koloniale leger de Fransen Duits-Kameroen en de Engelsen Duits-Oost-Afrika veroveren. Hiervan werd een gedeelte, de gebieden Roeanda en Oeroendi, na de krijg, onder Belgisch mandaat gesteld. In de jaren na de Eerste Wereldoorlog werd de ontginning van het rijke mijngebied van Katanga bevorderd. Katanga werd toen door een spoorweg met de benedenloop van de Kasai verbonden.
De pogingen tot oproer van het K(bangisme, dat van tijd tot tijd het hoofd opsteekt, werden telkens onderdrukt. In 1933 werd het grəndgebied in 6 provincies (vroeger : 4) enz. verdeeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939— 1945), droeg Belgisch-Kongo het zijne bij tot de overwinning der Geallieerden, inz. door het leveren van grəndstoffen uit Katanga. Het gevolg was een grote bloei van nijverheid en handel, maar tevens de belegging van aanzienlijke vreemde, inz. Amerikaanse kapitalen in de mijnexploitaties, alsmede een merkelijke daling van het geboortecijfer bij de inboorlingen, die hun eigen streek verlieten en zich een te geweldige oorlogsinspanning moesten getroosten.
De vruchteloze aanval van Prins Frederik op Brussel (22-20 september) had de gemoederen zo zeer verbitterd, dat de Hollandse troepen uit alle vestingen van België, behalve Maastricht (D(BBETS), Antwerpen (CHASSÉ), de citadel van Dendermonde en Luxemburg, werden verdreven. Tevens kondigde een Voorlopig Bewind van 50 leden (o. a. DE MÉRODE en ROGIER) te Brussel 4 oktober de onafhankelijkheid van België af en beriep een Nationaal Kongres. Uit verschillende steden werd het Hollandse garnizoen verjaagd; te Walem en te Berchem (waar FR. DE MÉRODE dodelijk werd gewond) moesten de Hollandse troepen wijken. Ook CHASSÉ moest de stad Antwerpen ontruimen, maar behield de citadel.
Het schieten van Belgische vrijwilligers, tegen de gesloten wapenstilstand in, op Hollandse troepen, gaf aanleiding om de stad met een bombardement te straffen (27 okt.). De 23ste november verklaarde zich het Nationaal Kongres te Brussel voor het behoud van de monarchale regeringsvorm en de uitsluiting van het Huis Oranje van de Belgische troon. Terzelfder tijd kwam te Londen een Konferentie bijeen, waarbij het ministerie GREY-PALMERSTON Engeland, TALLEYRAND Frankrijk, FALCK, later van ZUYLEN VAN NYEVELD Holland, VAN DE WEYER en VILAIN XIV België vertegenwoordigden. De 27ste november bewerkte de Konferentie een wapenschorsing waarbij geheel Limburg aan België kwam en alleen Maastricht en de citadel van Antwerpen (waar VAN SPEYK de heldendood stierf), door de Hollanders bleven bezet. De 20ste juni 1831, werden door de Konferentie de Protokollen van Londen uitgevaardigd, te Brussel echter door het Nationaal Kongres onder SURLET DE CHOKIER niet aanvaard. Dit bezegelde voorgoed de scheiding en de 4de juni werd LEOPOLD I VAN SAKSEN-KOBURG tot Koning der Belgen verkozen.
De 27ste juni verving de Konferentie de Protokollen door 18 Artikelen, die voor België veel gunstiger waren. Ze werden door Leopold I aanvaard, maar door Willem I verworpen. Daarop begon de 2de augustus de Tiendaagse Veldtocht. De Prins van Oranje (met 36 000 man) versloeg de Belgen (30 000 man), d.i.het Maas-leger (DAINE) 6 aug. bij Houthalen, 8 augustus bij Hasselt, en het Schelde-leger (TICKE DE TERHOVE en LEOPOLD I) 12 augustus bij Leuven, doch moest terugtrekken voor een Franse overmacht (GÉRARD) van 50 000 man. Deze troepenmacht had LEOPOLD van LODEWIJK FILIPS verkregen tegen belofte van ontmanteling der zuidelijke Belgische vestingen.
Einde. De 14de okt. 1831 werden door de Londense Konferentie de 24 Artikelen als onveranderlijk eindbesluit uitgevaardigd. Holland verkreeg een deel van Limburg en Luxemburg; België zou jaarlijks f 8 400 000 als aandeel in de staatsschuld betalen, België nam de 24 Artikelen aan, en daar Willem I weigerde, sloten Frankrijk en Engeland 12 okt. 1832 een overeenkomst om Holland te dwingen. De Hollandse schepen werden in beslag genomen, de kusten geblokkeerd en de Hollandse troepen teruggedreven in de citadel van Antwerpen, die CHASSÉ, na een hevig bombarment (4-24 dec.), aan GÉRARD moest overgeven. Willem I bleef echter weigeren de 24 Artikelen te ondertekenen tot 1838. De 19de april 1839 werd het eindverdrag gesloten. Nederlands-Limburg (behalve Maastricht en Venlo) en Luxemburg bleven bij de Duitse Bond (tot 1866); voor de rente der staatsschuld moest België jaarlijks f 5 000 000 bijdragen.