(bə'le:vən) (beleefde, heeft beleefd)
1. getuigen zijn van : zo iets heb ik nog nooit beleefd; daar is niets te -. gezegd van plaatsen waar het eentonig en vervelend is; dat zullen wij niet meer -, dan zullen wij dood zijn.
2. ondervinden van : aan iemand vreugde -.
3. leven tot : zijn negentigste verjaardag -.
4. leven in : een slechte tijd -.
5, er naar leven, betrachten : zijn geloofswaarheden -.