Wat is de betekenis van beleven?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beleven

beleven - Werkwoord 1. (ov) meemaken, ondervinden, ervaren Hij heeft het avontuur samen met zijn beste vriend beleefd. Er viel in het museum veel te beleven. Woordherkomst Afgeleid van leven met het voorvoegsel be-

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beleven

beleven - regelmatig werkwoord uitspraak: be-le-ven 1. het ervaren van iets ♢ ik hoop dat ik dit nog mag beleven! 2. het op een bepaalde manier voelen ♢ ik beleefde de oorlog als een spannende t...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beleven

v., bilibje, meimeitsje.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beleven

(beleefde, heeft beleefd), 1. leven tot — en daardoor het in het object genoemde ervaren: zijn tachtigste verjaardag beleven; — dat zullen wij wel niet meer beleven, voor die tijd zullen wij wel dood zijn. 2. ondervinden, bij wonen: hij heeft al heel wat beleefd; — dat heb ik nog nooit beleefd! uitroep...

2024-04-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Beleven

is een begrip met verschillende betekenissen. Vooreerst: als levend mens meemaken (bijv. „jammer, dat vader dat niet meer heeft beleefd”); ten tweede: in het leven iets tot uitdrukking brengen (bijv. „zijn geloof niet alleen belijden, maar ook beleven”). Geeft het woord in deze twee betekenissen niet veel moeilijkheden, inge...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beleven

beleefde, h. beleefd (iets ondervinden, leren kennen, van iets getuige zijn door te leven; leven tot): daar zal je grappen van beleven; aan een zoon vreugde beleven; dat heb ik nooit beleefd! uitroep van verbazing (vermengd met ergernis); zijn 90ste verjaardag beleven, bereiken.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beleven

(bə'le:vən) (beleefde, heeft beleefd) 1. getuigen zijn van : zo iets heb ik nog nooit beleefd; daar is niets te -. gezegd van plaatsen waar het eentonig en vervelend is; dat zullen wij niet meer -, dan zullen wij dood zijn. 2. ondervinden van : aan iemand vreugde -. 3. leven tot : zijn negentigste verjaardag -. 4. leven in : een slechte tijd -...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beleven

(beleefde, heeft beleefd), 1. leven tot: zijn tachtigste verjaardag beleven; dat zullen wij wel niet meer -, voor die tijd zullen wij wel dood zijn; 2. (met een tijdruimte als voorw.) daarin leven: een slechte tijd beleven; 3. ondervinden, bijwonen: hij heeft al heel wat beleefd; dat heb ik nog nooit beleefd!, uitroep van verbazing, gemengd met er...