1. van een grens voorzien : België wordt ten noorden begrensd door Nederland.
2. insluiten : een vlak is door lijnen begrensd.
3. beperken : iemands macht -; een begrensd verstand.
4. omlijnen : een voorstel scherp -.
begrenzing v. (-en).
Gepubliceerd op 24-06-2020
begrenzen
betekenis & definitie